Thans wordt deze bijzondere molen door vrijwillige molenaars regelmatig in bedrijf gesteld.
De molen werd in 1857 gebouwd als pelmolen. Tegenwoordig is de molen ingericht als korenmolen en heeft een maalkoppel met 16der (140 cm doorsnede) blauwe maalstenen. Voor de bediening is er tevens een regulateur aanwezig. Ook heeft de molen een pelsteen. Daarnaast is er een hamermolen aanwezig. Verder bestaat de inrichting uit een waaierij, mengketel, jakobsladder en elektrische lier.
Het gevlucht van de molen was vroeger voorzien van zelfzwichting, maar is sinds 1935 voorzien van het wieksysteem volgens de Duitse luchtmachtingenieur Kurt Bilau, Bilauwieken. In 1937 werd het systeem op beide roeden aangebracht. De gelaste roeden zijn gemaakt door de firma Buurma en in 1982 gestoken. De Hoop en De Blazekop zijn de enige overgebleven molens in Nederland die met deze bilauwieken zijn uitgerust.
De bovenas is in 1844 gegoten door de firma NSBM Fyenoord en later doorboord voor de bediening van de zelfzwichting van de Bilauwieken.
Het gevlucht wordt op de wind gezet met een kruilier. De met dakleer beklede kap draait op een voeghouten kruiwerk.
De molen wordt gevangen (geremd) met een vlaamse vang die bediend wordt met een wipstok. De vangbalk rust tijdens het draaien op een duim.
Voor het luien (ophijsen) is een kammenluiwerk aanwezig. (bron: wikipedia)
(22 juli 2019) |
(31 januari 2015) |
(28 maart 2015) |
(28 maart 2015) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten