WITTE KLAVER (Trifolium repens)
- | Witte klaver | - |
---|---|---|
Rijk | Planten | Plantae |
Stam | Landplanten | Embryophyta |
Klasse | Zaadplanten | Spermatopsida |
Orde | - | Fabales |
Familie | Vlinderbloemenfamilie | Fabaceae |
Geslacht | Klaver | Trifolium |
Soort | Witte klaver | Trifolium repens |
De witte klaver (Trifolium repens) is een vaste plant uit de vlinderbloemenfamilie (Fabaceae), die zijn naam te danken heeft aan de overwegend witte kleur van de bloeiwijzen. Het is een bekende soort die voorkomt in graslanden, op gazons en in wegbermen. De soortaanduiding repens is Latijn voor "kruipend", een verwijzing naar de kruipende stengels. Net als bij andere klaversoorten bestaat het blad uit drie deelblaadjes. Soms komen er planten voor met vier deelblaadjes, het (klavertjevier), dat geluk zou brengen door het te plukken of aan te raken.
Witte klaver is een kaal, laagblijvend, overblijvend kruid, dat overwintert met kruipende stengels op de bodem.
Hij heeft 32 chromosomen (2n+2p = 32).
De tot 50 cm lange stengels liggen op de grond en wortelen op de knopen. Alleen de toppen zijn opgericht.
Het blad bestaat uit drie blaadjes, die rond tot eirond zijn. Ze kunnen fijngetand of gaaf zijn. Elk blaadje is 1-3 cm lang en is voorzien van een bleke gebogen band over de hele breedte en ongeveer halverwege de lengte van elk blaadje. De steunblaadjes aan de voet van de bladsteel zijn vliezig, tot een kokertje vergroeid om de stengel (hoewel dat uiteindelijk vaak scheurt) en naar de top toe plotseling toegespitst.
De plant bloeit van mei of juni tot de herfst met witte bloemen in een hoofdjesachtige tros met een lange steel. De bloemen zijn tweeslachtig en tweezijdig symmetrisch. De bloemkroon steekt ver voorbij de kale kelk die bestaat uit vijf samengegroeide kelkblaadjes die uitlopen in ongelijke langwerpigdriehoekige slippen. De bloemkroon is wit of later roze aangelopen. Er zijn vijf aan de voet vergroeide bloemkroonblaadjes, die samen de kenmerkende anatomie hebben die bekend is van de meeste vlinderbloemigen, met een vlag, zwaarden en een uit twee blaadjes bestaande kiel. De negen onderste meeldraden zijn met elkaar vergroeid, en aan de voet van de bovenste meeldraad wordt nectar afgescheiden. Na de bloei valt de bloemkroon niet af maar verdroogd bruin. De bloemen hebben de kenmerkende zoete geur van klaverhoning. De bloemen zijn 0,8-1,3 cm lang. De bloemen verwelken via roze tot bruin. De kelkbladen zijn tiennervig.
De vrucht is een peultje dat verborgen zit in de bruine en verdroogde bloemkroon, en bevat meestal 2-5 gele en later bruingele hartvormige zaden.
24 juni 2023
24 juni 2023
24 juni 2023
24 juni 2023
Geen opmerkingen:
Een reactie posten