NAAM
- | Naam | - |
---|---|---|
Rijk | Dieren | Animalia |
Stam | Geleedpotigen | Arthropoda |
Klasse | Insecten | Insecta |
Orde | - | - |
Familie | - | - |
Geslacht | - | - |
Soort | - | - |
Tekst
-Drie hobby's die zich goed laten combineren. Het presenteren van de reslutaten in dit blog is weer een hobby op zich. Het is uiteindelijk vooral een fotoblog geworden. Bij de mobiele versie van dit blog vooral ook even naar beneden scrollen voor de andere pagina's.
- | Naam | - |
---|---|---|
Rijk | Dieren | Animalia |
Stam | Geleedpotigen | Arthropoda |
Klasse | Insecten | Insecta |
Orde | - | - |
Familie | - | - |
Geslacht | - | - |
Soort | - | - |
Tekst
-- | Sint-janskruid (Hypericum perforatum) | - |
---|---|---|
Rijk | Planten | Plantae |
Stam | Landplanten | Embryophyta |
Klasse | Zaadplanten | Spermatopsida |
Orde | - | Malpighiales |
Familie | Hertshooifamilie | Hypericaceae |
Geslacht | Hertshooi | Hypericum |
Soort | Sint-janskruid | Hypericum perforatum |
Het sint-janskruid (Hypericum perforatum) is een plant uit de hertshooifamilie (Hypericaceae). De vaste plant komt van nature oorspronkelijk voor in Europa, maar is van daaruit verder verspreid. Het kruid bloeit rond het Sint-Jansfeest op 24 juni, de tijd dat de zon op zijn hoogst staat, met gele bloemen die dan ook worden geoogst. De soort is al lang in gebruik als geneeskrachtig kruid en is als plantaardig antidepressivum verkrijgbaar. Beschrijving De plant wordt 20-85 cm hoog en heeft een ronde stengel met tot twee smalle lijsten. De kale, elliptisch tot eironde, gaafrandige, 1,5-3 cm lange bladeren hebben talrijke doorzichtige punten en een stompe bladvoet. De doorzichtige puntjes zijn gevuld met etherische olie. Sint-janskruid bloeit van juni tot september met gele bloemen. De kroonbladen zijn 1-1,6 cm lang. De kelkbladen zijn lancetvormig, spits en gaafrandig. De kroonbladen hebben weinig zwarte punten. De bloeiwijze is een tuil. De vrucht is een doosvrucht met, uitsluitend lange, klierstrepen (vittae). De plant komt voor op droge, grazige, voedselrijke plaatsen langs wegen, spoorwegen en struikgewas.
- | Wilde cichorei (Cichorium intybus) | - |
---|---|---|
Rijk | Planten | Plantae |
Stam | Landplanten | Embryophyta |
Klasse | Zaadplanten | Spermatopsida |
Orde | - | Asterales |
Familie | Composietenfamilie | Asteraceae |
Geslacht | Cichorei | Cichorium |
Soort | Wilde cichorei | Cichorium intybus |
Wilde cichorei of wegenwachter (Cichorium intybus) is een overblijvend kruid uit de composietenfamilie (Asteraceae). Kenmerken De plant is 30-120 cm hoog, heeft een sterke penwortel en een sterk vertakte stengel. De 3-5 cm grote bloemhoofdjes zijn lichtblauw en bevatten alleen lintbloemen. Het hoofdje is enkel in de ochtend geopend. De vruchten zijn nootjes. Deze zijn 2-3 mm lang en hebben een schubbig pappus. Voorkomen Van oorsprong komt de plant uit het Middellandse Zeegebied. In Nederland en België is de plant echter al vele eeuwen lang aanwezig en waarschijnlijk door de Romeinen meegebracht. Cichorei komt voor in wegbermen, maar ook langs dijken, in droog grasland, bij muren en op vuilnisbelten kan ze worden aangetroffen. De bloeiperiode loopt van juli t/m augustus. Naam wegenwachter De volksnaam wegenwachter (Duits: Gemeine Wegwarte) verwijst naar het voorkomen van de plant in grote aantallen in bermen langs wegen. Voeding De gemalen wortels werden, vooral in de negentiende eeuw en in de periode van de Tweede Wereldoorlog, als koffiesurrogaat gebruikt vanwege het hoge gehalte aan inuline. Nu wordt cichorei weer op vrij grote schaal verbouwd voor de productie van inuline. Hiervoor zijn verschillende rassen geselecteerd die een betere wortelvorm, een hogere wortelproductie en een hoger gehalte aan inuline hebben dan de oorspronkelijk wilde cichorei. De jonge cichoreibladeren hebben een licht bittere smaak en kunnen in het voorjaar worden gebruikt in salades. Ook kunnen ze gekookt worden gebruikt. Tijdens het paasfeest worden de bladeren gegeten bij gebraden lam. Ook de bloeistengels kunnen gekookt gebruikt worden.
- | Bruin blauwtje (Aricia agestis) | - |
---|---|---|
Rijk | Dieren | Animalia |
Stam | Geleedpotigen | Arthropoda |
Klasse | Insecten | Insecta |
Orde | Vlinders | Lepidoptera |
Familie | Kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes | Lycaenidae |
Geslacht | - | Aricia |
Soort | Bruin blauwtje | Aricia agestis |
Het bruin blauwtje (Aricia agestis) door sommige auteurs in het geslacht Plebejus geplaatst) is een vlinder uit de familie van de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes (Lycaenidae). Kenmerken Er is gemakkelijk verwarring mogelijk met het vrouwtje van het icarusblauwtje, dat ook bruine vleugels heeft. Het bruin blauwtje heeft op de onderzijde van de voorvleugel echter geen vlekje aan de basis van de vleugel, het icarusblauwtje wel. Ook ligt de bovenste van de twee vlekjes aan de voorrand van de achtervleugel bij het bruin blauwtje dicht tegen de bovenste rij van vlekjes, terwijl die bij het icarusblauwtje een stuk lager ligt. Verspreiding en leefgebied Het bruin blauwtje komt algemeen voor in Centraal- en Zuid-Europa, op warme graslanden, heiden en duinen. Als zwerver en dwaalgast kan de vlinder worden aangetroffen in Nederland en België. In het kustgebied komt de vlinder als standvlinder voor. Het bruin blauwtje profiteert van de opwarming van de aarde en doet dit niet onopgemerkt. In 2012 vloog de soort in het Verenigd Koninkrijk 79 kilometer noordelijker dan 20 jaar daarvoor. Maar niet alleen in de UK gaat het haar voor de wind, ook in de rest van Europa doet ze het zeer goed. De vliegtijd is van mei tot en met oktober. Waardplanten De waardplanten zijn reigersbek en zonneroosjes.